De derailleurversnelling is verre weg de meest bekende versnellingsmechaniek. De verschillende verzetten worden gerealiseerd door de ketting over verschillende tandwielen te laten lopen. Door tandwielen met meer of minder tanden te kiezen moet er meer of minder rondjes getrapt worden om het wiel eenmaal rond te laten draaien. Op deze manier kan je de trap intensiteit regelen.
Bij een naafversnelling worden de verschillende verzetten geregeld door een systeem van interne tandwielen (een planeetwielmechanisme). Hierdoor is het niet langer nodig de ketting te verplaatsen. Het wisselen van de tandwielen gebeurt in de naaf. Groot voordeel hiervan is dat het grootste gedeelte van het mechanisme in een stalen omhulsel is opgeborgen. Dit maakt de kans op beschadiging klein. Daarnaast is er minder onderhoud nodig omdat de onderdelen goed tegen vuil en stof worden beschermd. Ook is het niet langer nodig om een kettingspanner te hebben (de ketting blijft immers op 1 set tandwielen). Dit is een van de meest kwetsbare onderdelen van een fiets die uitgerust is met een derailleur.
Onze fietsen zijn uitgerust met Speedhub 500/14 van de Duitse firma Rohloff. Dit kleine technische wonder geeft ons 14 versnellingen. Uniek voor de fiets is dat de versnelling continu gesmeerd wordt doordat de ketting door een oliebad loopt. Theoretisch gezien heeft de naafversnelling van Rohloff een iets hogere rolweerstand dan een top derailleur set. Daar krijg je echter wel een onderhoudsarme constructie voor terug. Slechts eenmaal in de 1000 kilometer moet de ketting gespannen worden en om de 10.000 kilometer moet de olie vervangen worden. Om vergelijkbare resultaten te halen met een gewone derailleur set moet er iedere dag gepoetst worden. De keuze was voor ons dan ook niet moeilijk.